Gedurende de hele zomer worden in het vogelopvangcentrumin Merelbeke geen tamme, gedomesticeerde en exotische huisdieren meer toegelaten. Voor deze dieren wordt er doorverwezen naar dierenasielen, dierenartsen en specifieke opvangadressen. Het Merelbeekse Opvangcentrum voor wilde vogels en wilde dieren wil op deze manier zich focussen op de wilde dieren, waar hun essentie ligt.
In 2019 waren 13% van de 6.500 gewonde dieren in nood niet wild. Deze ontsnapte of gedumpte huisdieren vragen veel werk in verzorging, opvolging en herplaatsing. Voor deze dieren is er nu geen plaats meer.
In mei vorig jaar werden 888 wilde dieren en wilde vogels verzorgd. In mei 2020 waren dit er véél meer, 1.252 vogels en 140 zoogdieren. Met een totaal aan 1.392 wilde dieren en 100 niet wilde dieren in mei zit het centrum aan een record aantal dieren. Ingrijpen is nodig. Daarom is er geen plaats meer voor ontsnapte of gedumpte huisdieren. Deze maatregel moet ervoor zorgen dat wilde vogels en zoogdieren meer kans hebben op een succesvolle revalidatie.
Op dit moment vinden heel wat mensen vogeltjes op de grond. Het is zeer normaal dat jonge vogels op de grond zitten, ze leren namelijk vliegen. Ze kunnen hun vliegspieren trainen door enkele dagen rond te springen op de grond. Deze dieren worden niet naar het centrum gebracht, maar voor hun biedt het VOC dagelijks ook telefonische assistentie. In deze periode krijgen we dagelijks 100 telefonische oproepen.
Sinds het uitbreken van COVID-19 dalen de inkomsten drastisch. Het VOC heeft al vaker gevraagd om externe financiële middelen, maar kreeg amper gehoor bij provincie of gemeenten. Reeds 10 jaar liggen er plannen op tafel voor een uitbreiding of herlokalisering van het VOC, maar zonder hulp van buitenaf kan dit niet gerealiseerd worden. “Het realiseren van dit project wordt nu wel erg dringend om de toekomstige werking te blijven garanderen”, besluit Nick de Meulemeester. “Nog even en alle reserves zijn op, wat enkel en alleen ten koste gaat van de dieren”.
